ASSE – Federaal minister Luc Van den Bossche ontving onlangs op zijn kabinet de Assese brandweerlieden die hem op 20 juni vorig jaar bevrijdden uit zijn autowrak, na diens zware verkeersongeval op de E40 in Ternat. De minister koos voor een discrete ontmoeting, zodat zijn dankgebaar slechts toevallig ter ore kwam van onze krant. Ter gelegenheid van het tweede luik van het Sint-Barbarafeest brachten wij de redders dan maar zelf even samen.
Het was 1 uur 54′ ’s nachts op woensdag 20 juni 2001 toen bij de Brusselse dienst 100 de melding binnenliep van een zwaar verkeersongeval met drie gewonden aan kilometerpaal 8.8 op E40, vlakbij de afrit Ternat. Even later rukte de brandweer van Asse uit met drie ziekenwagens. Naast de zes ambulanciers spoedden ook veertien brandweerlieden zich met verschillende wagens ter plaatse. Commandant Louis Lombaert, die nacht gewoon toevallig van wacht, arriveerde met zijn commandovoertuig als eerste op de onheilsplek.
“De toedracht van het ongeval ken ik niet, maar het moet een ferme klap geweest zijn”, herinnert Lombaert. “De Mercedes van de minister was links vooraan helemaal weg en dat soort wagen verdraagt toch een serieuze stoot. De jeep waar die op ingereed was ook een zwaar kaliber.”
Wist je eigenlijk dat er een minister bij de slachtoffers was?
Commandant Lombaert: “Helemaal niet. Voor zover ik me herinner droeg de wagen ook geen P-nummerplaat. Op het moment zelf gaat alle concentratie trouwens naar het efficiënt organiseren van de ontzetting. Er zaten immers drie slachtoffers gekneld. Als brandweerman fixeer je je volledig op het technische van de operatie. Het is pas op het einde van de ontzetting dat er stilletjes werd gefluisterd dat de minister bij de drie gewonden was. Ik had hem zelf niet eens herkend, hoewel ik Van den Bossche toch goed genoeg ken. We hebben hem de hele tijd met mijnheer aangesproken, zoals we dat bij alle slachtoffers doen. Ook de hele rit naar het hospitaal is hij behandeld als Jan en alleman.”
Hij was dus nog bij bewustzijn?
“Jazeker. Hij volgde ook heel gewillig onze bevelen op. Het feit dat hij nog helder reageerde stelde ons al enigszins gerust. De minister had veel geluk dat hij rechts achteraan in de wagen zat. Hij zat wellicht met zijn benen uitgestrekt. Door de klap zijn die onder de voorste zetel geschoven, wat de zware traumata aan zijn onderlichaam verklaart.”
Gaf hij te kennen dat hij pijn leed?
“De echte pijn zal bij hem pas later gekomen zijn. Dat is een typisch verschijnsel bij zeer zware traumata. In de acute fase is het pijnbeeld vaak zeer miniem. De echte pijn komt pas na twintig, dertig minuten. Vraag mij geen verklaring, dat is gewoon ervaring. Anderzijds weten we snel van slachtoffers die heel theatraal doen, dat er geen levensgevaar is. Als ze nog van hun oren kunnen maken of hard wenen, is dat een teken dat hun bloedsomloop en ademhaling prima functioneert. De minister was gewoon kalm, hij bleef zelfs in de ambulance telefoontjes voeren met de gsm.”
Was het een moeilijke bevrijding?
“De ontzetting van de minister was niet van de gemakkelijkste, gelet op zijn gewicht. Allez, toenmalig gewicht, want intussen is hij al flink afgevallen. De hele interventie verliep overigens keurig en professioneel. Precies zoals het moet zijn.”
Hoe vond je zijn dankgebaar?
“Heel sympathiek. Het initiatief kwam helemaal van hem, want het ligt niet in onze gewoonte appreciatie af te smeken. Op een gegeven moment kwam er een telefoontje van zijn kabinet met de vraag of we met de betrokken brandweermannen en ambulanciers naar daar wilden komen. De ontmoeting was heel gemoedelijk en tof. Het is altijd mooi als zo iemand zijn appreciatie en dankbaarheid laat blijken. Het siert hem dat hij dat hij dat persoonlijk wilde doen en in alle discretie. Nen chicquen tiep, echt waar.”